Page 45 - La Naturaleza como inspiración
P. 45
werken uit de 16de tot 18de eeuw. De reeks bij el- kaar gebrachte illustraties traceert de vooruitgang naar groter realisme in de grafische kunsten en de productie van schilderijen die voor het onderricht in natuurlijke historie geschikt waren. De collectie omvat een grote diversiteit aan graveer- en druk- technieken; houtsnedes en gegraveerde prenten gemaakt in zwart en ingekleurd met waterverf. Ze omvat ook kleurenprenten, zoals J. l’Admiraal’s vier- kleuren prenten, een grote verzameling van vogels en G.W. Knorr’s gravures van fossielen. Van Berk- hey sneed vaak de omtrek van een dier uit en plakte dit op een ander stuk papier. Een andere vreemde techniek is die van de geinkte vlinders, waarbij de tekening wordt gecombineerd met directe druk van delen van het dier.
De enorme omvang van de collectie, de rijke variatie aan thema’s, de hoge kwaliteit van vele stuk- ken die ze omvat, de diversiteit aan gebruikte tech- nieken en de ongewoonheid van het bundelende werk dat uitgevoerd werd door Van Berkhey maakt deze zoologische illustraties tot een van de belang- rijkste documentatiebronnen die in het Museo Nacional de Ciencias Naturales is ondergebracht. Zelfs tot op de dag vandaag, 222 jaar na aankomst in het museum, vervult deze collectie het doel dat Van Berkhey er aan gaf: bijdragen aan de vooruitgang en bevordering van natuurhistorische studies.
1 Lack (2007) merkt op dat het nogal paradoxaal is dat een geslacht van Afrikaanse planten, dat meer dan 70 soorten omvat, onder botanici beter bekend staat als Berkheya Ehrh., dan J. le Francq van Berkhey zelf, naar wie het is vernoemd. Temeer daar Van Berkhey heeft bijgedragen aan de kennis van de familie waartoe Berkheya behoort.
2 De verblijfplaats van de originele tekeningen die voor de gravures werden gebruikt is onbekend. Deze zijn niet in de daarop volgende veiling van de Van Berkhey collecties opgenomen.
3 Lack & San Pío (2007, p. 38) interpreteren het voornemen om een museum van papier te bouwen als vergelijkbaar met dat van Cassiano dal Pozzo, een van de oprichters van de Accademia dei Lincei in Rome.
4 Pedro Franco Dávila was een geleerd man, een goed naturalist, ijverig en deskundig. Tijdens zijn verblijf in Parijs, reisde hij tussen 1745 en 1771 door Nederland en andere Europese landen. Ondertussen verzamelde hij zijn eigen rariteitenkabinet, dat hij in 1772 aan de Spaanse Kroon schonk. Hij was lid van de belangrijkste wetenschappelijke genoot- schappen van die tijd en was de eerste directeur van het Koninklijk Kabinet.
5 Zie M.A. Arinero Calatayud, (1987).
6 No. 838 van de Catalogus van het Koninklijk Kabinet van
Natuurlijke Historie. Madrid, 1984.
7 Navraag in MNCN in Madrid en geciteerd in het epigram van de manuscripten van: M. S. Vicente en A. Rosillo (1990).
8 Zie P. Lorente, p. 262.
9 Adriaan van Royen, Floræ leydensis prodromus, exhibens
plantas quæ in horto academico Lugduno-Batavo. Aluntur. Lugduni Batavorum: Apud Samuelem Luctmans, 1740.
10 Nederlandse vertaling: Verzameling van verschillende planten, gekleurd na droging en gereproduceerd door middel van reliëfdruk van de bladeren volgens de, onlangs door Leibknegt en andere amateurs, ontdekte methode.
11 Ms. Sloane 4033. Bl 28-80, net als een folioblad met tekeningen en het herbarium van Hermann, 4 Bde. V. Henry Trimmen in Journal Linn. Society Botany 24, 1888, p. 129.
12 C. Jarvis en M. San Pio de Aladrén. (2007).
13 Angel M. de Barcia. Catalogus van de collectie originele
tekeningen uit de Nationale Bibliotheek. Madrid, 1906, p. 742. 14 Zie het proefschrift van Paloma Lorente, 1998.
43