Page 42 - La Naturaleza como inspiración
P. 42
40
vijf tekeningen waarvan de gravures ontbreken in de versie die uiteindelijk verscheen. In het Natural His- tory Museum, Londen11, zijn nog andere originele te- keningen van Hermann’s werk aanwezig, met hand- geschreven notities. Belangrijk om te benadrukken is een studie uitgevoerd door dr. C. Jarvis, conservator van het herbarium van dat museum, heeft aange- toond dat Linnaeus zijn exemplaar van de Paradisus Batavus dat wordt bewaard (met kanttekeningen) bij de Linnean Society, gebruikte voor het determine- ren van de voorgestelde planten. Dertien van deze planten werden later aangewezen als lectotypes van de soort12.
TEKENINGEN VAN VAN BERKHEY IN DE
SPAANSE NATIONALE BIBLIOTHEEK (MADRID) Een interessant deel van de collectie Van Berkhey bevindt zich in de Nationale Bibliotheek. Dit be- helst ten minste dertig tekeningen13 van personen in nationale klederdracht uit Nederland en verschei- dene andere landen, beschreven in zijn Natuurlijke Historie van Holland en getekend ‘naar het leven’.
DE VAN BERKHEY BESTANDEN IN HET MUSEO NACIONAL DE CIENCIAS NATURALES
Het Museo Nacional de Ciencias Naturales (MNCN), de opvolger van het Koninklijk Kabinet van Natuurlijke Historie, heeft het leeuwendeel van de Van Berkhey collectie in bezit. Het omvat alle il- lustraties van de dierenwereld, zes van de 31 portret- ten die waren opgenomen in de veilingcatalogus, te weten twee tekeningen en vier gravures, 48 tekenin- gen van fossielen, een aantal etnografische prenten, zeven gedrukte werken, twee manuscripten en 178 huiden van door Van Berkhey zelf opgezette dieren (slangen en vissen). Het museum bewaart ook alle documenten betreffende de verwerving door Spanje en de inventarislijst die werd opgemaakt door Pedro Franco Dávila toen de collectie in het Koninklijk Kabinet aankwam.
In hoofdzaak omvat de verzameling 5840 zool- ogische illustraties die Van Berkhey bij elkaar had gebracht om alle bekende diersoorten te docu- menteren om ze op die manier op naam te kunnen brengen. Hij rangschikte ze in mappen, in overeen- stemming met het Linneaans system, en beschikte uiteindelijk over voorbeelden van bijna alle klassen en ordes van Linnaeus. Van Berkhey wilde dat zijn collectie wetenschappelijk was, zowel in karakter als uiteindelijk doel, om bij te dragen aan de ont- wikkeling van de natuurlijke historie, om van nut te zijn voor andere verzamelaars en ook om voor onderwijs te dienen. Hij beschreef zijn collectie als uniek, zowel met het oog op het aantal bij elkaar verzamelde objecten als de zorgvuldige presentatie. Hoewel hij opmerkte dat de collectie niet afgerond was, is het deel dat betrekking heeft op insecten vrij compleet14. Het omvat bijna 2000 platen van ge- wervelden en meer dan 2500 ongewervelden (vooral insecten en weekdieren).
Van Berkhey rangschikte de zoologische illustra- ties in de zes klassen van Linnaeus die opgenomen zijn in de catalogus, deelde elke klasse vervolgens op in ordes, geslachten en soorten. Op deze manier classificeerde hij 4628 tekeningen en gravures. Hij verwees de overgebleven illustraties, 2675 in totaal, naar complementaire series en appendices die hij indeelde bij elke klasse.
De eerste klasse staat gelijk aan de zoogdieren (Mammalia) en begint met illustraties van de men- selijke anatomie. Ze omvat de groepen Primates (mensen, mensapen, apen), Bruta (olifanten, zee- koeien, luiaards, miereneters, schubdieren), Ferae (roofdieren), Glires (neushoorns, knaagdieren, haasachtigen), Pecora (kamelen en holhoormigen) en Bellua (paardachtigen en nijlpaarden), en wordt opgevolgd door het kopje Effigies ad Mammalia pertinentia (afbeeldingen behorende bij zoogdie- ren) wat overeenkomt met 14 mappen, twee met een grote variatie aan gravures van personen, hun